Zo denken zorgverleners verschillend over te nemen beslissingen en passen ze samen beslissen nog weinig en op verschillende manieren toe. Met als gevolg dat patiënten te weinig bij de besluitvorming over de nodige zorg of behandeling worden betrokken. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd door het Amsterdam UMC, UMC Utrecht en Isala Zwolle naar Samen Beslissen in de klinische praktijk.
Over samen beslissen in de spreekkamer (ook wel shared decision-making genoemd) is veel bekend. Maar nog niet eerder is onderzoek gedaan naar deze werkwijze op de verpleegafdeling (aan het bed) in het ziekenhuis. Drie aspecten zijn bekeken: de bekendheid onder zorgverleners en patiënten, de mate van interprofessioneel (tussen verschillende beroepsgroepen) samen beslissen op de verpleegafdeling en de factoren die het uitoefenen van samen beslissen beïnvloeden.
Verschil in bekendheid
Hoewel de meerderheid van de zorgverleners wel bekend is met de term samen beslissen, blijft het voor velen lastig om uit te leggen wat dit proces precies inhoudt en hoe je het toepast. Patiënten daarentegen blijken vaak helemaal niet bekend te zijn met het begrip samen beslissen en weten ook niet dat ze invloed hebben op de keuze van de behandeling of zorg die ze krijgen.
Samen beslissen is het proces waarin de zorgverlener en patiënt gezamenlijk bespreken welke zorg het beste past bij de situatie en behoeftes van de patiënt. Hierbij worden alle opties, voor- en nadelen, voorkeuren en omstandigheden van de patiënt meegenomen. De medische en/of de verpleegkundige kennis van de zorgverlener en de kennis van de patiënt over de eigen wensen en behoeften vullen elkaar hierbij aan.
“Samen beslissen leidt tot meer tevredenheid, therapietrouw, goed geïnformeerde patiënten en een grotere overtuiging over en betrokkenheid bij de eigen behandeling. Dit leidt tot minder operaties, minder twijfel of spijt, wat weer kan leiden tot lagere zorgkosten. Uiteindelijk draagt dit allemaal bij aan een betere kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg.” – Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Interprofessionele samenwerking essentieel
De onderzoekers zien ruimte voor verbetering rondom samen beslissen bij alle zorgprofessionals die aan het bed van patiënten staan. Zo geven artsen en verpleegkundigen heel verschillend invulling aan samen beslissen met hun patiënten. Dit is te zien in de mate waarin zij patiënten bij het gehele zorgproces betrekken, zoals informeren, inzicht geven, voor- en nadelen bespreken, vragen stellen en ruimte laten om zelf keuzes te maken en mee te beslissen over de eigen zorg of behandeling.
Een goede samenwerking tussen professionals is belangrijk, maar de rolverdeling tussen de twee beroepsgroepen bij samen beslissen blijft onduidelijk. Met name verpleegkundigen geven aan dat zij niet precies weten waar hun verantwoordelijkheden liggen ten opzichte van die van artsen in het proces van samen beslissen.
Belemmeringen bij samen beslissen
Het onderzoek wijst ook op een aantal tegenstrijdigheden tussen zorgverleners en patiënten in de beweegredenen om samen beslissen toe te passen in de klinische praktijk. Waar patiënten over het algemeen graag worden betrokken bij kleinere beslissingen laten ze grotere beslissingen liever aan de zorgverlener over. Artsen vinden samen beslissen juist belangrijker bij grotere medische beslissingen – met meer impact voor de patiënt – dan bij kleinere behandelingen. Patiënten denken vaak dat de zorgverlener het beter weet doordat ze zelf gebrek aan medische kennis ervaren en denken dat de zorgverlener als enige een goede beslissing kan nemen. Daar komt bij dat de meeste patiënten ook niet als lastig willen worden gezien.
Zorgverleners geven aan samen beslissen bewust niet toe te passen als ze denken dat patiënten niet voldoende bij machte zijn om zelf de juiste keuze te maken. Ook vinden zorgverleners met minder werkervaring het lastig om samen beslissen toe te passen.
”Samen beslissen op verpleegafdelingen van ziekenhuizen is een vrij nieuw terrein waar nog veel te winnen valt. Dit onderzoek geeft goede aanwijzingen hoe dit kan gebeuren: zorgen voor meer bewustwording bij alle betrokkenen dat samen beslissen ook aan het bed kan en hoort te gebeuren en specifieke scholing en stimulering van zorgprofessionals in het toepassen van samen beslissen door het hele team van zorgverleners.” – Prof. dr. D.T. (Dirk) Ubbink, Hoogleraar Evidence-based medicine (EBM) en shared decision-making (SDM) Amsterdam UMC.
Samen beslissen inbedden in de opleiding
Investeren in de relatie tussen patiënt en zorgverlener en het geven van duidelijke informatie bevordert volgens patiënten en zorgverleners de mate waarin samen beslissen wordt toegepast. Opleidingen spelen een belangrijke rol voor het toepassen van samen beslissen in de praktijk. Zorgverleners geven aan dat dit onderwerp wisselend aan bod komt tijdens de opleiding, wat de vertaalslag naar de praktijk lastig maakt. Ook in nascholing wordt hieraan nauwelijks aandacht besteed, waardoor zorgverleners de vaardigheden vooral van collega’s leren of door simpelweg zelf meer ervaring op te doen.
Om samen beslissen tussen zorgverleners en patiënten op verpleegafdelingen in het ziekenhuis te verbeteren, is het volgens de onderzoekers nodig dit onderwerp goed in te bedden in de opleiding van artsen, medisch specialisten, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Ook het in de praktijk scholen van de huidige zorgprofessionals, het zogenoemde werkplekleren, met de inzet van rolmodellen is belangrijk. Verder is het vergroten van de bewustwording van het concept samen beslissen nog altijd een groot aandachtspunt. Bij zorgverleners en vooral ook bij patiënten, zodat zij weten dat zij kunnen meebeslissen over een behandeling die het beste past bij de persoonlijke wensen en behoeften.
Meer informatie over het onderzoek vind je op Platform Uitkomstgerichte Zorg. Hier vind je ook de gratis en geaccrediteerde e-learning ‘De Kern van Samen Beslissen’ die het afgelopen half jaar al meer dan 1500 keer is bekeken.
Onderzoekers waren: prof. dr. Dirk Ubbink, Loes Peters (MSc) en Ilja Brugman (MSc) (Amsterdam UMC), prof. dr. Lisette Schoonhoven en dr. Elke Loskamp-Huntink (UMC Utrecht), Janita Bakker (RN, MSc) van het Isala Zwolle en drs. Monique Beekman (Senior onderwijskundig adviseur ErasmusMC).
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), V&VN en Federatie Medisch Specialisten, als onderdeel van het landelijke programma Uitkomstgerichte Zorg, deelproject Samen Beslissen, Scholing & Opleiding en gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.